Betekenis van:
onvrede
onvrede (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- toestand waarin men in ernstig conflict is met anderen
"onvrede met iemand (hebben)"
"in onvrede leven"
Synoniemen
- ruzie
- bonje
- disharmonie
- herrie
- kif
- kift
- onaangenaamheden
- onaangenaamheid
- onenigheid
- onmin
- stront
- trammelant
- twist
- kwestie
- mot
- heibel