Betekenis van:
onweerstaanbaar

onweerstaanbaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet te weerstaan; erg bekoorlijk
"onweerstaanbaar op de lachspieren werken"
"een onweerstaanbare drang"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Je bent onweerstaanbaar.
  2. Je bent onweerstaanbaar.