Betekenis van:
onwel

onwel
Bijvoeglijk naamwoord
  • zich niet gezond voelend
"Hij werd onwel tijdens het concert."
onwel
Bijvoeglijk naamwoord
  • onpasselijk
"onwel worden"
"zich onwel voelen"

Hyperoniemen

onwel
Bijvoeglijk naamwoord
  • onpasselijk; slap, zwak en lusteloos; niet lekker; onwel
"onwel worden"
"zich onwel voelen"

Synoniemen

Hyperoniemen