Betekenis van:
oogkas

oogkas (de ~ | meervoud oogkassen)
Zelfstandig naamwoord
  • plaats in de schedel voor het oog; holte v.h. oog; plaats in de schedel voor het oog

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Oogkas
  2. in de lengte van de schaal, evenwijdig aan de middellijn, vanaf de achterkant van een oogkas tot aan het midden van de verste rand van het kopborststuk, of