Betekenis van:
oorbel
oorbel (de ~ | meervoud oorbellen)
Zelfstandig naamwoord
- hanger in een gaatje door de oorlel; oorbel
"oorbellen in (hebben)"
"oorbellen dragen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
oorbel
Zelfstandig naamwoord
- een ornament dat in of op het oor aangebracht wordt
"Hij had een oorbelletje in zijn rechteroor."