Betekenis van:
opbouwen
opbouwen
Werkwoord
- maken uit losse onderdelen
"Tevens bestaat de mogelijkheid om uw fiets te laten opbouwen in onze werkplaats."
opbouwen
Werkwoord
- laten ontstaan
"De overheid moet een begrotingsoverschot opbouwen om de pensioenen te vrijwaren."
opbouwen
Zelfstandig naamwoord
- het opbouwproces
"Het opbouwen van conditie is een proces dat geleidelijk verloopt."
Voorbeeldzinnen
- Opbouwen van opblaasbare gebouwen
- Een risicobeoordeling stapsgewijs opbouwen
- Opbouwen van olievoorraden om de energievoorziening veilig te stellen.
- Opbouwen van een tegoed op de lokale bankrekeningen
- het opbouwen van representatieve plaatselijke partnerschappen voor ontwikkeling,
- Verbeteren van het milieutoezicht en verder opbouwen van bestuurlijke capaciteit.
- het veilig opbouwen, afbreken of ombouwen van de betreffende steiger;
- In Servië: verder opbouwen van bestuurlijke capaciteit voor het opstellen en uitvoeren van beleid.
- Opbouwen/ontwikkelen of verbeteren van nationale reactievermogens en beschermingsprogramma's van verdragsluitende staten.
- contacten en een goede samenwerking met de partijen opbouwen en onderhouden.
- maatregelen voor verzoening en het opbouwen van vertrouwen, en steun voor de civiele samenleving,
- In Montenegro: verder opbouwen van bestuurlijke capaciteit voor het opstellen en uitvoeren van beleid.
- Het opbouwen van een systeem van levenslang leren dient hoog op de agenda te staan.
- de te volgen procedure voor het opbouwen van een tegoed op de rekening van de betalingsgemachtigde;
- contacten en een goede samenwerking met de partijen opbouwen en onderhouden.”.