Betekenis van:
open
open
Bijvoeglijk naamwoord
- niet bedekt of afgegrensd
"een open graf"
"een open plek"
open
Bijvoeglijk naamwoord
- nog niet vastgelegd of besloten; niet beslist
"een open vraag"
"een open discussie"
Synoniemen
open
Bijvoeglijk naamwoord
- open zijnde; niet dicht
"dweilen met de kraan open"
"de microfoon staat open"
Synoniemen
open
Bijvoeglijk naamwoord
- openhartig; rondborstig; openhartig
"een open gezicht"
"een open karakter"
Synoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Het raam is open.
- De boekenwinkel is open.
- Doe je mond open.
- Doe je ogen open.
- Sesam, open u!
- Open je hart.
- De supermarkt is open.
- Hou de deur open.
- Open de fles alsjeblieft.
- Is de bank open?
- Ze deed haar ogen open.
- Hij doet het raam open.
- Doe de deur open alstublieft.
- Geld maakt alle deuren open.
- Zij doet het raam open.