Betekenis van:
operateur

operateur (de ~ | meervoud operateurs)
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die een film- of tv-camera bedient

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De operateur verwijdert vervolgens de LRU en vervangt deze door een reserve-eenheid.
  2. „niet-automatisch weegwerktuig” of „werktuig”, een weegwerktuig waarbij voor het wegen de tussenkomst van een operateur noodzakelijk is;
  3. De defecte LRU wordt naar de onderhoudswerkplaats gestuurd (van de fabrikant of van de voor onderhoudsniveau II verantwoordelijke operateur).
  4. De kracht die door de operateur moet worden uitgeoefend om de stand van de inrichting te wijzigen, mag niet meer dan 40 daN bedragen.
  5. De kracht die door de operateur moet worden uitgeoefend om de stand van de bescherming aan de achterzijde tegen klemrijden te wijzigen, mag niet meer dan 40 daN bedragen.
  6. Deze bedieningseenheid moet buiten de bestuurderscabine zijn gemonteerd en zich in een zodanige positie bevinden dat de operateur door de beweging van de aanhangwagen niet in gevaar wordt gebracht en hij met één oogopslag de gevarenzone tussen de voertuigen kan zien.