Betekenis van:
opflikkeren
opflikkeren
Werkwoord
- het toneel verlaten, weggaan
"Ik ben blij dat hij eindelijk opgeflikkerd is."
opflikkeren
Werkwoord
- sterker gaan branden
"... wel, zie het lichte sneven
van al dat kwijnende levende stervende opflikkerend licht..."
van al dat kwijnende levende stervende opflikkerend licht..."
opflikkeren
Werkwoord
- opvlammen; opflakkeren
"boven de ingang opflikkeren"
"het vuurtorenlicht flikkert op"
Synoniemen
Hyperoniemen
opflikkeren
Werkwoord
- heengaan, zich van een bepaalde plaats verwijderen
"flikker op, viespeuk!"
"ach, flikker op"
Synoniemen
- afnokken
- aftaaien
- moven
- nokken
- opdonderen
- opduvelen
- ophoepelen
- opkramen
- opkrassen
- oplazeren
- opmieteren
- oprotten
- oprukken
- opsodemieteren
- vertrekken
- wegwezen
- gaan
- heengaan
- weggaan
- opstappen
- opbreken