Betekenis van:
opluchting
opluchting (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- verlichting van zorgen; opluchting
"wat een opluchting dat [het examen voorbij is]"
"(dat is) een enorme/hele opluchting"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Het was een opluchting om het nieuws te horen.