Betekenis van:
opmaat

opmaat (de ~ | meervoud opmaten)
Zelfstandig naamwoord
  • de eerste tijd van het bestaan van iets
"de opmaat tot/naar [een nieuw tijdperk]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

opmaat (de ~ | meervoud opmaten)
Zelfstandig naamwoord
  • onbeklemtoonde aanvang v.e. muzikale zin

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Gelet op de klaarblijkelijke ernst van de btw-fraude in het Verenigd Koninkrijk, zoals gestaafd door de informatie die het land bij zijn oorspronkelijk verzoek heeft ingediend, blijft de maatregel proportioneel aangezien de verlenging tot een redelijke periode beperkt is en niet de grondslag legt van een algemene maatregel voor een veralgemeende verleggingsregeling noch de opmaat vormt tot een permanentere toepassing van deze derogatie.