Betekenis van:
oppasser
oppasser
Zelfstandig naamwoord
- een werknemer van een dierentuin die dieren verzorgt
"De struisvogel stond de krant van de oppasser mee te lezen."
oppasser
Zelfstandig naamwoord
- iemand die oppast waar enig toezicht nodig is
oppasser (de ~ | meervoud oppassers)
Zelfstandig naamwoord
- bewaker, oppasser
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Die persoon kan de oppasser zijn, dan wel de bestuurder van het voertuig indien hij die taak waarneemt.