Betekenis van:
oproep
oproep
Zelfstandig naamwoord
- een dringende vraag om iets te doen
"Als de ambulancedienst een oproep krijgt, moet zij snel reageren."
Voorbeeldzinnen
- Oproep tot solliciteren
- Gezien de oproep tot kandidaatstelling [3],
- [Financieringsmechanisme: oproep tot het indienen van voorstellen]
- Oproep tot het indienen van voorstellen
- Gezien de oproep tot kandidaatstelling [2],
- [Financieringsmechanisme: oproep tot het indienen van voorstellen]
- Oproep tot het indienen van blijken van belangstelling
- Oproep tot het indienen van voorstellen voor projecten
- Oproep tot het indienen van voorstellen voor projecten
- [Financieringsmechanisme: oproep tot het indienen van voorstellen of aanbesteding]
- Oproep tot kandidaatstelling voor het Gerecht voor ambtenarenzaken
- OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN VOOR PROJECTEN
- Op de oproep aan belangstellenden hebben 44 personen gereageerd,
- In punt 2.1 (Oproep tot het indienen van voorstellen)
- Uitnodiging tot inschrijving of een openbare oproep aan investeerders.