Betekenis van:
oprollen
oprollen
Werkwoord
- zich ~, tot een rol vormen
"Hij rolde zich in een hoekje lekker op."
oprollen
Werkwoord
- ergens een rol van maken
"Hij rolde de slaapzak op."
oprollen
Werkwoord
- een (semi-)georganiseerde groep arresteren
"Er is vandaag een compleet mensensmokkelaarsnetwerk opgerold."
Voorbeeldzinnen
- De trommels en schijven moeten zodanig zijn ontworpen, gebouwd en aangebracht dat de kabels of kettingen waarmee zij zijn uitgerust, kunnen oprollen zonder dat zij er zijdelings aflopen.
- Machines en toestellen (andere dan de machines bedoeld bij post 8450) voor het wassen, het reinigen, het wringen, het drogen, het strijken, het persen (fixeerpersen daaronder begrepen), het bleken, het verven, het appreteren, het afwerken, het bestrijken of het impregneren van garens, van weefsels of van textielwaren, alsmede machines voor het opbrengen van deklagen op weefsels of op andere onderlagen die worden gebruikt bij de vervaardiging van vloerbedekkingen, zoals linoleum; machines voor het oprollen, het afrollen, het vouwen, het snijden of het kartelen van weefsels