Betekenis van:
opscheppen
opscheppen
Werkwoord
- voedsel uit een schaal of pan op een bord doen
"Schep jij even wat aardappelen op?"
opscheppen
Werkwoord
- aangedikte beweringen slaken
"Hij heeft vreselijk op zitten te scheppen over zijn huizenbezit in Amerika, maar nu kijkt hij maar treurig."