Betekenis van:
opsporen

opsporen
Werkwoord
  • door zoeken vinden
"drugs opsporen"
"opsporen wat de fout in een computerprogramma is"

Hyperoniemen

Hyponiemen

opsporen
Werkwoord
  • tot vindens toe het spoor van iets of iemand volgen
"Ze wisten uiteindelijk toch de verdwaalde groep trekkers op te sporen."

Voorbeeldzinnen

  1. opsporen met speurhonden en technische zoekapparatuur,
  2. opsporen met speurhonden en/of technische zoekapparatuur,
  3. röntgentomografiesystemen voor het driedimensionaal opsporen van gebreken;
  4. röntgentomografiesystemen voor het driedimensionaal opsporen van gebreken;
  5. Software voor het opsporen van fouten
  6. Apparatuur voor het opsporen van vervuiling
  7. Diensten voor het opsporen van voortvluchtigen
  8. Apparatuur voor het opsporen van besmettingen
  9. Opsporen (technische opsporing, opsporing met speurhonden, opsporen en onschadelijk maken van gevaarlijke stoffen).
  10. procedures voor het opsporen van virussen, alsmede virologische normen,
  11. Methoden voor het opsporen van oorzaken van defecten;
  12. procedures voor het opsporen van virussen, alsmede virologische normen,
  13. apparatuur voor het opsporen van financiële fraude; en
  14. Hygiëne, gezondheidsleer, voorkomen van ziekten, vroegtijdig opsporen van ziekten
  15. systemen voor het bereiken en opsporen van doelwitten;