Betekenis van:
opsporing

opsporing (de ~ | meervoud opsporingen)
Zelfstandig naamwoord
  • het opsporen
"opsporing verzocht"

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. OPSPORING
  2. Opsporing tetracyclinemerker
  3. Opsporing van vervuiling
  4. Opsporing van rabiësantigeen
  5. Geografisch gerichte opsporing
  6. Opsporing van karnemelk [2]
  7. Opsporing van lebwei [4]
  8. Opsporing van rabiësantistoffen
  9. de opsporing van biomarkers;
  10. Systemen voor vroege opsporing
  11. Directeur-generaal, Bureau speciale opsporing
  12. Systeem voor opsporing van voertuigen
  13. Opsporing (technische opsporing en/of opsporing met speurhonden; opsporen en onschadelijk maken van gevaarlijke stoffen).
  14. Opsporing en beveiliging (CPC 873)
  15. opsporing en behandeling van expeditieverschillen;