Betekenis van:
opstoken

opstoken
Werkwoord
  • van mensen; opstoken; ophitsen; ophitsend; ophitsen
"je zusje opstoken tegen haar vriendinnetje"
"iemand opstoken om ..."

Synoniemen

Hyperoniemen

opstoken
Werkwoord
  • van vuur; aansporen
"een oven opstoken tot duizend graden"
"een kachel hoog opstoken"

Synoniemen

Hyperoniemen

opstoken
Werkwoord
  • als brandstof gebruiken

Synoniemen

Hyperoniemen