Betekenis van:
opsturen

opsturen
Werkwoord
  • verzenden; opzenden; versturen; versturen
"de klanten de bestelde boeken opsturen"
"een brief opsturen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen.
  2. De cliënt moet de vrachtbrief opsturen naar de principale spoorwegonderneming.
  3. binnen tien dagen een kopie van elk afgegeven of verlengd certificaat van herbeoordeling van de luchtwaardigheid opsturen naar de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie;
  4. onmiddellijk alle HPAI- en alle H5- en H7-isolaten naar het communautaire referentielaboratorium opsturen met het oog op bevestiging en volledige karakterisering, tenzij hiervan overeenkomstig punt d) mag worden afgeweken.
  5. Zij bepaalt dat wie een aanvraag indient, referentiemonsters moet opsturen in een vorm waaronder de aanvrager het toevoegingsmiddel voor diervoeding op de markt wil brengen of in een vorm die gemakkelijk kan worden omgevormd tot een vorm waaronder de aanvrager het toevoegingsmiddel voor diervoeding op de markt wil brengen.
  6. Voor het jaar 2007 begint de termijn voor de indiening van de eerste aanvragen pas op de eerste werkdag van het jaar 2007, en loopt deze uiterlijk op 8 januari 2007 af, en is de eerste betrokken maandag voor het opsturen van de invoercertificaataanvragen naar de Commissie overeenkomstig lid 3, maandag 8 januari 2007.
  7. De bedrijven moeten de punten 1 tot en met 5 zo snel mogelijk invullen en opsturen; punt 6 sturen zij op zodra de informatie beschikbaar is en bij een ernstig risico of wanneer de producent of distributeur ervoor kiest de kennisgeving uitsluitend in te dienen bij de autoriteit van de lidstaat waar hij gevestigd is.