Betekenis van:
opvangen

opvangen
Zelfstandig naamwoord
  • vangen uit de lucht; grijpend tegenhouden
"een vallende vaas opvangen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

opvangen
Werkwoord
  • (iem.) helpen bij de overgang naar een nieuwe situatie
"vluchtelingen in kampen opvangen"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Dreschelfles D voor het opvangen van eventueel overgedestilleerd zuur,”.
  2. Apparatuur voor het opvangen en verdunnen van de uitlaatgassen
  3. Vacuümafzuiging of slangen voor het opvangen van vloeistoffen bij autopsie
  4. Het deeltjesbemonsteringssysteem moet de deeltjes met het deeltjesfilter opvangen.
  5. procedures voor piloten die een ongeval waarnemen of een noodsignaal opvangen;
  6. Tegendrukscheitrechters, 250 ml, of soortgelijke apparatuur voor het opvangen van gebruikte diethylether.
  7. In hun opmerkingen erkennen zij in feite dat zij een kostenstijging gedeeltelijk zouden kunnen opvangen.
  8. Er kan niet worden uitgesloten dat sommige importeurs deze financiële schok maar moeilijk zullen kunnen opvangen.
  9. Zoniet kan het deeltjesbemonsteringssysteem worden gebruikt waarmee tijdens de transiënte cyclus deeltjes worden opvangen.
  10. procedures voor piloten die een ongeval waarnemen of een noodsignaal opvangen;
  11. vóór de test worden alle openingen die niet voor het opvangen van de gassen dienen, afgedicht;
  12. De capaciteit van de leiding zou voldoende zijn om de verwachte groei in de komende 20 jaar te kunnen opvangen.
  13. een voldoende groot gedeelte van het voor de kippen toegankelijke vloeroppervlak moet bestemd zijn voor het opvangen van de uitwerpselen;
  14. Zodra zij een contract verliezen of een van hun klanten failliet gaat kunnen zij dit dan ook niet echt opvangen.
  15. het breken en opvangen van de inhoud van eieren, alsmede het verwijderen van de delen van schalen en vliezen,