Betekenis van:
opvangen
opvangen
Zelfstandig naamwoord
- vangen uit de lucht; grijpend tegenhouden
"een vallende vaas opvangen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
opvangen
Werkwoord
- (iem.) helpen bij de overgang naar een nieuwe situatie
"vluchtelingen in kampen opvangen"
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Dreschelfles D voor het opvangen van eventueel overgedestilleerd zuur,”.
- Apparatuur voor het opvangen en verdunnen van de uitlaatgassen
- Vacuümafzuiging of slangen voor het opvangen van vloeistoffen bij autopsie
- Het deeltjesbemonsteringssysteem moet de deeltjes met het deeltjesfilter opvangen.
- procedures voor piloten die een ongeval waarnemen of een noodsignaal opvangen;
- Tegendrukscheitrechters, 250 ml, of soortgelijke apparatuur voor het opvangen van gebruikte diethylether.
- In hun opmerkingen erkennen zij in feite dat zij een kostenstijging gedeeltelijk zouden kunnen opvangen.
- Er kan niet worden uitgesloten dat sommige importeurs deze financiële schok maar moeilijk zullen kunnen opvangen.
- Zoniet kan het deeltjesbemonsteringssysteem worden gebruikt waarmee tijdens de transiënte cyclus deeltjes worden opvangen.
- procedures voor piloten die een ongeval waarnemen of een noodsignaal opvangen;
- vóór de test worden alle openingen die niet voor het opvangen van de gassen dienen, afgedicht;
- De capaciteit van de leiding zou voldoende zijn om de verwachte groei in de komende 20 jaar te kunnen opvangen.
- een voldoende groot gedeelte van het voor de kippen toegankelijke vloeroppervlak moet bestemd zijn voor het opvangen van de uitwerpselen;
- Zodra zij een contract verliezen of een van hun klanten failliet gaat kunnen zij dit dan ook niet echt opvangen.
- het breken en opvangen van de inhoud van eieren, alsmede het verwijderen van de delen van schalen en vliezen,