Betekenis van:
opvatting
opvatting
Zelfstandig naamwoord
- de manier waarop iets wordt beschouwd
"Volgens oude opvatting was de aarde meer een pannekoek dan een bol."
opvatting (de ~ | meervoud opvattingen)
Zelfstandig naamwoord
- verklaring; wijze waarop iets wordt ingevuld; visie op een gebeurtenis of tekst; denkwijze; opvatting v.e. tekst of gebeurtenis
"een opvatting hebben"
"de heersende/gangbare opvatting"
Synoniemen
Hyperoniemen
opvatting
Zelfstandig naamwoord
- mening
opvatting
Zelfstandig naamwoord
- uitleg, interpretatie
Voorbeeldzinnen
- Duitsland heeft deze opvatting niet weersproken.
- Deze opvatting dient te worden betwist.
- De Commissie deelt deze opvatting niet.
- De Commissie uitte haar twijfels over deze opvatting.
- Duitsland heeft deze opvatting niet in twijfel getrokken.
- Dat BAWAG-PSK vorderingen op haar eigenaren van […] miljard EUR moest depreciëren, staaft deze opvatting.
- Naar haar opvatting is de interpretatie van Air France/KLM in dit opzicht daarom onjuist.
- Uit het onderzoek van de Commissie blijkt dat er een tendens is die deze opvatting bevestigt.
- Duitsland heeft deze opvatting niet bestreden, wat betekent dat deze gehandhaafd wordt.
- Daarom deelt het Verenigd Koninkrijk de opvatting dat de mededeling in 2006 ingrijpend moet worden gewijzigd.
- Deze opvatting werd gedeeld door de advocaat-generaal in zaak C-143/99.
- De term „grensverleggend onderzoek” weerspiegelt een nieuwe opvatting van fundamenteel onderzoek.
- In het algemeen wordt de opvatting van de Commissie bestreden dat het bij Kornbrand om een industrieel product gaat.
- De opvatting was dat het vermoedelijk een specifieke opleiding was voor zover deze een typisch GM-productieproces betrof [16].
- Het is wenselijk in een ruime opvatting van vergelijkende reclame te voorzien teneinde alle vormen van vergelijkende reclame te bestrijken.