Betekenis van:
opvliegen

opvliegen
Werkwoord
  • ''overdrachtelijk'': plotseling in actie komen
"Hij vloog op en begon te schelden omdat hij zich door die opmerking beledigd voelde."
opvliegen
Werkwoord
  • vanaf de grond of een andere positie van rust aan een vlucht door de lucht beginnen
"Toen de luid knal weerklink vloog de hele zwerm spreeuwen op van het veld."
opvliegen
Werkwoord
  • opstuiven
"snel opvliegen"
"'van mij'/'voor mijn part' mogen ze opvliegen"

Synoniemen

Hyperoniemen