Betekenis van:
opvolger
opvolger (de ~ | meervoud opvolgers)
Zelfstandig naamwoord
- degene die iemand gaat vervangen
"een waardige/geschikte opvolger"
"een gedoodverfde opvolger"
Synoniemen
Hyperoniemen
opvolger
Zelfstandig naamwoord
- iemand die een ambt bekleedt na iemand anders
Voorbeeldzinnen
- Onbek. opvolger van brig.-gen. Kyaw Thu
- Kabinetssecretaris (opvolger van Charles Utete), geboren 3.5.1949.
- NGP en haar opvolger Simpe produceren polyester polymeren.
- Kabinetssecretaris (opvolger van nr. 127 Charles Utete), geboren 3.5.1949
- Kabinetssecretaris (opvolger van nr. 126 Charles Utete), geboren op 3.5.1949
- Kabinetssecretaris (opvolger van nr. 121 Charles Utete), geboren op 3.5.1949
- Ingevolge haar ontslag dient een opvolger te worden benoemd voor de resterende duur van haar ambtstermijn,
- de heer Jos CHABERT, opvolger in het Brussels Parlement (wijziging mandaat),
- Dit model zou een opvolger zijn van de reeds vrijgestelde camerakop V-35.
- Sibanda, Misheck Julius Mpande Kabinetssecretaris (opvolger van nr. 117 Charles Utete), geboren op 3.5.1949
- Sibanda, Misheck Julius Mpande Kabinetssecretaris (opvolger van nr. 122 Charles Utete), geboren op 3.5.1949
- het is een rechtstreekse opvolger van een van de in de bijlage opgesomde begunstigden;
- Een AVE kan aan een andere exploitant overgedragen worden, indien deze de wettelijke opvolger is van de oorspronkelijke exploitant.
- De DEPB-regeling is de opvolger van de Passbook-regeling, die op 31 maart 1997 werd beëindigd.
- Zij dient te worden gezien als de opvolger van de EPA zoals opgericht bij Besluit 2000/820/JBZ.