Betekenis van:
opzeggen
opzeggen
Werkwoord
- mededelen dat men een eerdere overeenkomst beëindigt
"We kunnen die overeenkomst pas volgend jaar opzeggen."
opzeggen
Werkwoord
- iets wat men uit het hoofd geleerd heeft laten horen
"Wij moesten vroeger iedere maandag een versje opzeggen."
Voorbeeldzinnen
- Elk van de partijen kan dit verdrag opzeggen.
- De borg kan zijn verbintenis te allen tijde opzeggen.
- Cockerill Sambre zal de overeenkomst evenwel eind […] voor het eerst kunnen opzeggen.
- de verzekeringsonderneming de overeenkomst uiterlijk voor het einde van het derde verzekeringsjaar kan opzeggen;
- Het Instituut en de werknemer kunnen deze overeenkomsten opzeggen met een termijn van 10 volle kalenderdagen.
- Volgens de artikelen 2 en 17 van de personeelsregeling kan OTE een arbeidscontract niet unilateraal opzeggen.
- De onderneming heeft de Commissie in augustus 2006 meegedeeld dat zij haar verbintenis wilde opzeggen.
- Het Satellietcentrum en de werknemer kunnen deze overeenkomsten opzeggen met een termijn van tien volle kalenderdagen.
- in hun statuten hebben bepaald dat leden van de organisatie die hun lidmaatschap willen opzeggen, zulks kunnen doen […].”.
- De Finse overheid verklaart dat Tieliikelaitos de leningsovereenkomst gedurende de leningstermijn niet kan opzeggen zonder de toestemming van de lener.
- DPI kan de overeenkomst opzeggen ofwel na […] jaar, zonder opgaaf van redenen, ofwel wanneer DHL de raamovereenkomst opzegt.
- Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan deze Overeenkomst opzeggen door middel van een kennisgeving aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties.
- [Kennisgeving] Elke Verdragsluitende Partij kan deze Akte opzeggen door een aan de Directeur-Generaal te richten kennisgeving.
- Overeenkomstig artikel 34 van het geldende personeelsreglement van het Centrum kunnen beide partijen de arbeidsovereenkomst per aangetekende brief opzeggen.
- [Kennisgeving] Elke verdragsluitende partij kan dit Verdrag opzeggen door middel van een kennisgeving gericht aan de secretaris-generaal.