Betekenis van:
opzet
opzet (de ~ | meervoud opzetten)
Zelfstandig naamwoord
- wijze waarop iets georganiseerd wordt
"een geslaagde/gelukte opzet"
"een opzet om de afsluiting van de bijeenkomst te organiseren"
Synoniemen
Hyperoniemen
opzet
Zelfstandig naamwoord
- / de manier waarop aan iets vorm gegeven is
"De opzet van deze procedure laat veel te wensen over."
opzet
Zelfstandig naamwoord
- het onderdeel zijn van een zo gewenst plan
"Was het werkelijk opzet dat zij aangereden werd?"
opzet (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- kwade bedoeling; bewuste bedoeling
"met opzet"
"zonder opzet"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Ik heb dat niet met opzet gedaan.
- Bedoel je dat je met opzet je schoonheid verbergt?
- Opzet:
- Interne opzet
- Opzet van ratingsystemen
- Opzet en structuur
- Opzet van het programma
- Opzet van de bemonstering
- Opzet met slijpstuk (4.8.2)
- Opzet van de handleiding
- de interne opzet,
- Algemene opzet en architectuur
- Opzet van het netwerk
- Opzet en uitvoering
- Opzet van het netwerk …