Betekenis van:
organisme

organisme
Zelfstandig naamwoord
  • organische bouw, samenhang van de delen van een functioneel geheel
"Het organisme van een windmolen is heel complex."

Hyperoniemen

Hyponiemen

organisme (het ~ | meervoud organismen, organismes)
Zelfstandig naamwoord
  • georganiseerd lichaam, wezen dat organen bezit
"een hoger/lager organisme"
"levende organismen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

organisme
Zelfstandig naamwoord
  • organisatie; wijze waarop iets is georganiseerd
"Het Vlaamse organisme voor zelfbescherming heeft volgende week een vergadering"
"Het organisme van de maatschappij kan altijd beter."

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

organisme
Zelfstandig naamwoord
  • een afzonderlijk en volledig levend wezen dat voor zijn voortbestaan afhankelijk is van zijn eigen metabolisme en bestaat uit verschillende organen

Voorbeeldzinnen

  1. Micro-organisme
  2. Micro-organisme
  3. het recipiënte micro-organisme,
  4. Overleving van het organisme
  5. Geografische verspreiding van het organisme
  6. het werkingsmechanisme van het micro-organisme,
  7. „nader omschreven organisme”: Rhynchophorus ferrugineus (Olivier);
  8. III. Verdere informatie over het micro-organisme
  9. I. IDENTITEIT VAN HET MICRO-ORGANISME
  10. III. VERDERE INFORMATIE OVER HET MICRO-ORGANISME
  11. I. Identiteit van het micro-organisme
  12. Vestiging van het organisme in het milieu
  13. Ontwikkelingsstadia/levenscyclus van het micro-organisme
  14. II. Biologische eigenschappen van het micro-organisme
  15. II. BIOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN VAN HET MICRO-ORGANISME