Betekenis van:
orkest
orkest (het ~ | meervoud orkesten)
Zelfstandig naamwoord
- groep musici als geheel
"een filharmonisch/symfonisch orkest"
"het orkest speelt (in de grote zaal)"
Hyperoniemen
Hyponiemen
orkest
Zelfstandig naamwoord
- een groep musici
"Het orkest was in staat heel zacht te spelen, maar ook heel erg sterk."
Voorbeeldzinnen
- Nationaal Orkest van België Nationaal Waarborgfonds inzake Kolenmijnenschade