Betekenis van:
oudste
Voorbeeldzinnen
- Hij is de oudste.
- Haar oudste dochter ging trouwen.
- Trier is de oudste stad van Duitsland.
- Nijmegen is de oudste stad van Nederland.
- Ik ben de oudste van de drie.
- Hun oudste dochter is nog niet getrouwd.
- Mijn jongste zus is lerares, mijn oudste dokter.
- Zijn oudere zuster is ouder dan mijn oudste broer.
- Zijn oudere zuster is ouder dan mijn oudste broer.
- OUDSTE LID
- Oudste lid in jaren
- bij gelijke anciënniteit door de oudste kamervoorzitter.
- bij gelijke anciënniteit door de oudste kamervoorzitter.
- Artikel 11 Oudste lid in jaren
- Iedere betaling wordt afgeboekt op de oudste openstaande betalingsverplichting.