Betekenis van:
overdadig
overdadig
Bijvoeglijk naamwoord
- met overdaad; overdadig; overdreven; overdadig
"een overdadige etalage"
"een overdadige maaltijd"
Synoniemen
Hyperoniemen
overdadig
Bijvoeglijk naamwoord
- meer dan nodig
"De jongen nam een overdadige hoeveelheid kaas op zijn brood."