Betekenis van:
overeenkomst

overeenkomst (de ~ | meervoud overeenkomsten)
Zelfstandig naamwoord
  • afspraak
"een overeenkomst tussen [twee partijen]"
"een overeenkomst met iemand (hebben)"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

overeenkomst (de ~ | meervoud overeenkomsten)
Zelfstandig naamwoord
  • gelijkenis
"de overeenkomsten tussen [vader en zoon]"
"in overeenkomst [met de regels]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

overeenkomst
Zelfstandig naamwoord
  • een bindende afspraak waarmee alle partijen instemmen
"Er was een overeenkomst gesloten over de verdeling van het geërfde geld."
overeenkomst
Zelfstandig naamwoord
  • een eigenschap die hetzelfde is
"Er was geen overeenkomst waar te nemen tussen de twee zussen."

Voorbeeldzinnen

  1. Overeenkomst
  2. Overeenkomst
  3. OVEREENKOMST
  4. Overeenkomst
  5. Overeenkomst
  6. EER-Overeenkomst;
  7. EER-Overeenkomst;
  8. „sectorale overeenkomst”:
  9. Schriftelijke overeenkomst.
  10. „ED-overeenkomst”:
  11. Specifieke overeenkomst
  12. Overeenkomst voor onbepaalde tijd
  13. Overeenkomst bovenleiding/infrastructuurprofiel
  14. Aard van de overeenkomst
  15. Fogasa-overeenkomst I