Betekenis van:
overladen
overladen
Werkwoord
- een overmaat doen belanden op iemand, gewoonlijk in overdrachtelijke zin
"Het publiek overlaadde de zanger met gejuich en applaus."
overladen
Bijvoeglijk naamwoord
- met overdaad; overdadig; overdreven; overdadig
"een overladen programma"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Overladen
- Overladen (laden of lossen)
- Verbod op doorvoer en overladen
- Het overladen van kabeljauw is verboden.
- overladen bij constante stroom gedurende t2.
- Het overladen van kabeljauw is verboden.
- of de vissersvaartuigen die willen overladen, voorafgaande toestemming van hun vlaggenstaat hebben gekregen;
- of de visserijvaartuigen die willen overladen, voorafgaande toestemming van hun vlaggenstaat hebben gekregen;
- die vaartuigen op zee geen vis overladen op een ander vaartuig,
- Vissersvaartuigen mogen slechts overladen na voorafgaande toestemming daartoe van hun vlaggenstaat.
- De laadintensiteit bij overladen wordt opgegeven door de fabrikant en correspondeert met de laadintensiteit tijdens vereffeningslading.
- Vaartuigen van de Gemeenschap mogen slechts overladen indien zij daartoe vooraf van de vlaggenlidstaat en de havenstaat toestemming hebben gekregen.
- Gelijksoortige regionale aspecten, zoals het overladen, vormen een gemeenschappelijke basis en maken het mogelijk synergieën tussen de landen te ontdekken en te ontwikkelen.
- Het aanlanden, overladen, kooien, oogsten, intern verhandelen, invoeren, uitvoeren of wederuitvoeren van blauwvintonijn zonder een ingevuld en gewaarmerkt vangstdocument of, waar van toepassing, een wederuitvoercertificaat is verboden.
- alle verwante activiteiten, met inbegrip van het overladen, aanvoeren, verkopen, vervoeren en opslaan van visserijproducten, alsmede het registreren van de aanvoer en verkoop.