Betekenis van:
overleg

overleg (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het zich bezinnen
"met overleg (te werk gaan)"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

overleg (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • beraadslaging
"in overleg met iemand"
"nader overleg (voeren)"

Synoniemen

Hyperoniemen

overleg
Zelfstandig naamwoord
  • beraad, beraadslaging

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Na veel overleg beslisten we onze vakantie in Spanje door te brengen.
  2. Voorafgaand overleg
  3. Overleg over passagiersvervoertarieven
  4. Resultaat van het overleg
  5. In overleg gedefinieerd ZZ
  6. Resultaten van het overleg
  7. In overleg gedefinieerd
  8. Overleg met marktdeelnemers
  9. RESULTAAT VAN HET OVERLEG
  10. In overleg gedefinieerd
  11. Overleg met de lidstaten
  12. Overleg over grensoverschrijdende verontreiniging
  13. mogelijk zonder nader overleg
  14. Overleg en toetsing
  15. Overleg tussen de bevoegde autoriteiten