Betekenis van:
overspannen
overspannen
Werkwoord
- te sterk gespannen
"Doordat het touw werd overspannen knapte het."
overspannen
Werkwoord
- ergens overheen spannen
"Het is ze gelukt het hele stadion te overspannen."
overspannen
Bijvoeglijk naamwoord
- overwerkt
"een overspannen leraar"
"in overspannen toestand zijn huis verlaten"
Hyperoniemen
overspannen
Bijvoeglijk naamwoord
- ziek door een te zware belasting op geestelijk vlak
"Na dat zware jaar bleek hij toch overspannen te zijn geraakt."
overspannen
Bijvoeglijk naamwoord
- overprikkeld
"de huizenmarkt is overspannen"
"een overspannen fantasie"