Betekenis van:
oversteek

oversteek (de ~ | meervoud oversteken)
Zelfstandig naamwoord
  • reis over water; reis over water (per boot); het varen van de ene naar de andere locatie
"de oversteek maken"
"een korte/lange oversteek"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Vandaag de dag doen bijna […] passagiers die de oversteek van het vasteland naar Corsica maken dat met een boot van CFF, terwijl nog maar […] passagiers voor een vaartuig van de SNCM kiezen, en de CMN de overige passagiers voor haar rekening neemt, te weten […] passagiers.