Betekenis van:
overtrek
overtrek (de/het ~ | meervoud overtrekken)
Zelfstandig naamwoord
- lap stof die ter bekleding of bescherming over iets heengetrokken is
"het overtrek om een dekbed heen"
Hyperoniemen
overtrek
Zelfstandig naamwoord
- een stuk stof dat aangebracht wordt als bedekking van iets, bijvoorbeeld een meubelstuk
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- met een overtrek van weefsel van textielstoffen