Betekenis van:
overwegen
overwegen
Werkwoord
- de voor- en nadelen bezien alvorens een beslissing te nemen.
"Hij overwoog om te gaan verhuizen."
overweg (de ~ | meervoud overwegen)
Zelfstandig naamwoord
- kruising van spoorweg en verkeersweg; kruising v.e. weg en een spoorweg
"een onbewaakte/bewaakte overweg"
"veilige/onveilige overwegen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- We overwegen nieuwe meubels te kopen.
- Risico’s voor gebruikers van overwegen
- Kruispunten: naderen en oversteken van kruispunten en overwegen;
- Relevant voor lijnen met overwegen als omschreven in het infrastructuurregister.
- mogelijke gevolgen voor het bestaande wegennet (bv. afritten, kruispunten, overwegen);
- Aantal SGEL bij gebruikers van overwegen per jaar door ernstige ongevallen/[(Aantal treinkilometers per jaar × aantal overwegen)/spoorkilometers)]x
- NRW 3.2 uitgedrukt als: aantal SGEL bij gebruikers van overwegen per jaar door ernstige ongevallen/[(Aantal treinkilometers per jaar × aantal overwegen)/spoorkilometers)].
- Hiertoe moeten de lidstaten overwegen, benaderingen waardoor de procedure transparanter wordt, aan te moedigen.
- Relevant voor lijnen met overwegen met detectielussen als omschreven in het infrastructuurregister.
- de ontwikkeling van partnerschappen tussen de overheid en de particuliere sector overwegen;
- Naar aanleiding van die herziening moet zij overwegen of de bepaling moet worden gehandhaafd of ingetrokken.
- Overwegen om vaartuigen uit te rusten met zelfbeschermingsmaatregelen voorafgaand aan de doortocht van risicogebieden.
- De lidstaten dienen te overwegen om in hun IMI-opleidingen informatie over gegevensbescherming op te nemen.
- instelling te overwegen van een systeem van vrijwillig of verplicht depot voor:
- Aantal SGEL bij gebruikers van overwegen per jaar door ernstige ongevallen/jaarlijks aantal treinkilometers