Betekenis van:
pacemaker
pacemaker (de ~ | meervoud pacemakers)
Zelfstandig naamwoord
- instrument dat het hart stimuleert; kunstmatige elektronische gangmaker voor het hart
"wat zeg je nou, heeft Sjaak een pacemaker?"
Synoniemen
Hyperoniemen
pacemaker
Zelfstandig naamwoord
- een elektronisch instrument voor het hart
"Veel mensen hebben tegenwoordig een pacemaker."
Voorbeeldzinnen
- Het rijbewijs mag worden afgegeven of verlengd indien de aanvrager of bestuurder een pacemaker heeft, onder voorbehoud van een officieel medisch advies en geregelde medische controle.