Betekenis van:
pacemaker

pacemaker (de ~ | meervoud pacemakers)
Zelfstandig naamwoord
  • instrument dat het hart stimuleert; kunstmatige elektronische gangmaker voor het hart
"wat zeg je nou, heeft Sjaak een pacemaker?"

Synoniemen

Hyperoniemen

pacemaker
Zelfstandig naamwoord
  • een elektronisch instrument voor het hart
"Veel mensen hebben tegenwoordig een pacemaker."

Voorbeeldzinnen

  1. Het rijbewijs mag worden afgegeven of verlengd indien de aanvrager of bestuurder een pacemaker heeft, onder voorbehoud van een officieel medisch advies en geregelde medische controle.