Betekenis van:
papier
papier (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- dun vezelachtig beschrijfbaar materiaal
"papier is geduldig"
"pen en papier"
Hyperoniemen
papier
Zelfstandig naamwoord
- een dun vezelachtig beschrijfbaar materiaal
"Hij schreef zijn recensie op papier."
papier
Zelfstandig naamwoord
- een dun vezelachtig beschrijfbaar materiaal
"Hij schreef zijn recensie op papier."
papier (het ~ | meervoud papieren)
Zelfstandig naamwoord
- wettig betaalmiddel van papier
"het loopt aardig in de papieren"
"slecht in de papieren zitten"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
papier (het ~ | meervoud papieren)
Zelfstandig naamwoord
- vel papier; klein blad; vel; blad papier; blaadje papier
"ik ben het papier kwijt waar het telefoonnummer op stond"
"waar is dat papier gebleven?"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Het papier is wit.
- Hebt ge papier?
- Papier is geduldig.
- Ik wil een stuk papier.
- Geef mij een stuk papier.
- Elke soort papier is geschikt.
- Breng mij een stukje papier a.u.b.
- Het papier is heel wit, maar de sneeuw is witter.
- Vergeet niet om je papier te herlezen voordat je het inlevert.
- Ik heb een envelop, papier en een potlood of pen nodig.
- Ik ben maar één werkdag weggeweest vanwege een verkoudheid en er liggen stapels papier op mijn bureau.
- papier,
- Papier
- Papier
- Vetvrij papier