Betekenis van:
pardon
pardon
Tussenwerpsel
- neemt u mij niet kwalijk.
"Pardon, mag ik u iets vragen?"
pardon
Zelfstandig naamwoord
- iets kwijt schelden.
"De minister wilde geen pardon geven voor de overtreders."
pardon (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- vergiffenis
"zonder pardon"
"geen pardon kennen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Pardon.
- Pardon
- Pardon, ik ben verdwaald.
- Pardon, hoe laat is het?
- Pardon, is die plaats bezet?