Betekenis van:
paren
paren
Werkwoord
- uit verschillende richtingen of bronnen bijeenbrengen
"iets paren aan [iets anders]"
"iemand paren aan [iemand anders]"
Synoniemen
- verzamelen
- bijeenbrengen
- bijeengaren
- bijeenkrijgen
- rapen
- samenbrengen
- verenigen
- vergaren
- vergaderen
- accumuleren
- ophopen
- opeenhopen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Aantal paren
- China (× 1000 paren)
- pa Aantal paren
- Vietnam (× 1000 paren)
- Verbruik (× 1000 paren)
- Invoer (× 1000 paren)
- de hoeveelheid goederen, uitgedrukt in paren schoeisel;
- 6403, alleen voor paren met een douanewaarde van meer dan 20 USD
- Het aantal paren dat op de markt van de EU werd verkocht, daalde met meer dan 50 miljoen paren tussen 2001 en het onderzoektijdvak, dat wil zeggen met 33 %.
- Als het resultaat „0” is omwille van een andere fout bevat de lijst met responscodes paren (de rekening -of installatie-identificator met bijbehorende responcode).
- Honden waarmee gefokt wordt, dienen zoveel mogelijk te worden gehuisvest als paren of groepen van compatibele individuen of in groepen bestaande uit een reu en meerdere teven.
- De leveringsdatum voor het geteste systeem voor inspectie ter plaatse, dat zal bestaan uit één basiseenheid en twee modulaire paren analysekamers, wordt derhalve gesteld op 31 december 2012.
- Na de behandeling laat men individuele mannetjes opeenvolgend na geschikte intervallen, met een of twee niet-behandelde, nog niet-gedekte vrouwtjes paren.
- Om bij luchtvervoer de relevante markt af te bakenen, heeft de Commissie een benadering ontwikkeld met paren van een punt van herkomst en een punt van bestemming (stedenparen).
- Het eerste paar modulaire analyse-eenheden moet echter de technische mogelijkheid hebben om later te worden gemoderniseerd met toegevoegde paren extra sensoren, bijvoorbeeld door verbinding van maximaal 16 paar analysekamers aan slechts één basiseenheid.