Betekenis van:
paspoort
paspoort
Zelfstandig naamwoord
- officieel document dat de houder identificeert als burger van een bepaald land, en vraagt toestemming in de naam van de regering van het uitgevende land om de houder in het land toe te laten
Voorbeeldzinnen
- Ik ben mijn paspoort kwijt!
- Mag ik uw paspoort, alstublieft?
- Iemand heeft mijn paspoort gestolen.
- Ik ben mijn paspoort kwijt!
- Mag ik uw paspoort even zien?
- Wilt u me uw paspoort even laten zien alstublieft?
- Ik heb uw paspoort en drie foto's nodig.
- Ik heb zojuist mijn paspoort verlengd, dus ik kan er weer tien jaar mee verder.
- Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.
- Voor het aanvragen van een nieuw paspoort moet je naar het gemeentehuis.
- PASPOORT
- Paspoort nr.:
- officieel paspoort
- Russisch paspoort.
- NUMMER PASPOORT: