Betekenis van:
passievrucht

passievrucht (de ~ | meervoud passievruchten)
Zelfstandig naamwoord
  • bepaalde tropische vrucht

Hyperoniemen

passievrucht
Zelfstandig naamwoord
  • vrucht van de ''Passiflora edulis''

Voorbeeldzinnen

  1. Passievrucht (*)
  2. Voor zwarte bes, guave, mango en passievrucht gelden de brixwaarden uitsluitend voor gereconstitueerd vruchtensap en gereconstitueerde vruchtenmoes die in de Gemeenschap zijn geproduceerd.”