Betekenis van:
penis

penis
Zelfstandig naamwoord
  • het mannelijk geslachtsdeel
"In een woordenboek trekt het woord penis altijd grote aandacht van allerlei pubertjes."
penis (de ~ | meervoud penissen)
Zelfstandig naamwoord
  • mannelijk geslachtsdeel; penis; mannelijk deel; (vulgair) penis; (informeel) penis; (informeel) penis; (informeel) penis; penis; mannelijk geslachtsdeel; (informeel) penis; penis; penis

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De penis ging in de vagina.
  2. De penis is één van de mannelijke geslachtsorganen.
  3. De penis is één van de mannelijke geslachtsorganen.
  4. visueel onderzoek van de geslachtsorganen (behalve de penis, als die reeds verwijderd is);
  5. De penis mag evenwel onmiddellijk worden weggegooid, tenzij er sprake is van door een ziekte veroorzaakte laesies.
  6. visueel onderzoek van de geslachtsorganen van hengsten (behalve de penis, als die reeds verwijderd is) en merries;