Betekenis van:
personeel
personeel
Bijvoeglijk naamwoord
- uit personen bestaand
"de personele bezetting"
"personele unie"
personeel
Zelfstandig naamwoord
- de personen die een bedrijf in loondienst heeft
""Ik wens u een groot personeel" is een oude joodse vloek."
Voorbeeldzinnen
- Personeel
- PERSONEEL
- Personeel
- Personeel
- Personeel
- „Personeel
- Personeel
- Personeel
- Totaal personeel
- Personeel derden
- Technisch personeel.
- UITVOEREND PERSONEEL
- Personeel/personeelsvertegenwoordiging
- het gedetacheerde personeel geen ander personeel vervangt;
- het gedetacheerde personeel geen ander personeel vervangt;