Betekenis van:
pianist
pianist (de ~ | meervoud pianisten)
Zelfstandig naamwoord
- iemand die (beroepsmatig) piano speelt
"de pianist speelt (Mozart)"
Synoniemen
Hyperoniemen
pianist
Zelfstandig naamwoord
- musicus die een piano bespeelt
Voorbeeldzinnen
- Hij werd pianist.
- De naam van de pianist is iedereen bekend.
- Ik heb een vriend, wiens vader een beroemd pianist is.