Betekenis van:
pias
pias (de ~ | meervoud piassen)
Zelfstandig naamwoord
- iem. die grappen maakt of uithaalt
"de pias uithangen"
Synoniemen
- grappenmaker
- harlekijn
- humorist
- joker
- komiek
- paljas
- pierewiet
- polichinel
- potsenmaker
- spuiter
- wisecracker
- hansworst