Betekenis van:
pieren

pier (de ~ | meervoud pieren)
Zelfstandig naamwoord
  • in zee vooruitstekende stenen krib of havendam
"op de pier"
"door de krachtige wind werd het water hoog tegen de pier gezwiept"

Synoniemen

Hyperoniemen

pier (de ~ | meervoud pieren)
Zelfstandig naamwoord
  • loopbrug in een luchthaven

Hyperoniemen

Hyponiemen

pier (de ~ | meervoud pieren)
Zelfstandig naamwoord
  • gewone aardworm; pier; aardworm
"pieren steken"
"zo dood als een pier"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Bouwen van pieren
  2. In september 1999 verwoestte een aardbeving gedeeltelijk de volgende faciliteiten van de scheepswerf: muren, daken, ramen, de structuur van drie gebouwen, buizen, elektriciteitsnetten, pieren en kraanrails.