Betekenis van:
piloot
piloot (de ~ | meervoud piloten)
Zelfstandig naamwoord
- bestuurder van een vliegtuig
"de automatische piloot"
"de automatische piloot inschakelen/uitschakelen"
Synoniemen
Hyperoniemen
piloot
Zelfstandig naamwoord
- een bestuurder van een vliegtuig, luchtschip of race-auto
Voorbeeldzinnen
- De piloot beschreef de scène tot in detail.
- tweede piloot;
- Luchtvaartuigen met piloot
- piloot onder toezicht;
- Vluchtuitvoering met één piloot.
- Piloot onder toezicht
- Toelating piloot-eigenaar
- piloot die de gezagvoerder aflost;
- Piloot die de gezagvoerder aflost
- Beheer van de automatische piloot; en
- beheer van de automatische piloot; en
- Bevoegdheid van een piloot om vanuit beide pilotenstoelen te werken
- AUTOMATISCHE PILOOT, AUTOTHROTTLE EN STAND EN INSCHAKELING VAN HET AFCS
- Automatische piloot, autothrottle en stand en inschakeling van het AFCS
- de BA609 zelf, met een presentatie door de piloot;