Betekenis van:
plaatselijk
plaatselijk
Bijvoeglijk naamwoord
- van, eigen aan een bepaalde plaats, gemeente
"de plaatselijke brandweer"
"het plaatselijk bestuur"
plaatselijk
Bijvoeglijk naamwoord
- betrekking hebbend op een bepaalde plaats
"Het is een plaatselijke regenbui."
Voorbeeldzinnen
- Infectie, plaatselijk of systemisch
- Plaatselijk sociaal kapitaal
- Denemarken: plaatselijk “Arbejdsformidlingskontor” (arbeidsbureau);
- Zweden: “Arbetsförmidlingen” (plaatselijk arbeidsbureau);
- Toelichting: plaatselijk vervoer.
- Estland: “Tööhõiveamet” (plaatselijk arbeidsbureau);
- Plaatselijk SAR (extremiteiten) (W/kg)
- Plaatselijk douanekantoor (Naam en adres)
- plaatselijk vervoer over korte afstand, of
- Plaatselijk SAR (hoofd en romp) (W/kg)
- Minister van Decentralisatie en Plaatselijk bestuur
- Plaats/haven van lading en plaatselijk contactpunt.
- Betreft: Plaatselijk vervoer voor landbouwterreinen of bouwlocaties.
- Deze afwijking is bedoeld voor plaatselijk vervoer.
- Oostenrijk: “regionale Geschäftsstelle des Arbeitsmarktservice” " (plaatselijk arbeidsbureau);