Betekenis van:
plafond

plafond
Zelfstandig naamwoord
  • de bovenkant van een ruimte in een gebouw
"Het plafond stortte naar beneden."
plafond
Zelfstandig naamwoord
  • de uiterste grens
"Hij bereikte zijn plafond op dertigjarige leeftijd."
plafond (het ~ | meervoud plafonds)
Zelfstandig naamwoord
  • bovengrens v.e. bepaalde eenheid; grens naar boven; bovengrens
"het plafond bereiken"
"tegen het plafond zitten"

Synoniemen

Hyperoniemen

plafond (het ~ | meervoud plafonds)
Zelfstandig naamwoord
  • afdekking v.e. kamer aan de bovenzijde

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hij verfde het plafond blauw.
  2. Ze keek omhoog naar het plafond.
  3. Plafond
  4. Plafond en voorwaarden
  5. Plafond voor investeringstranches
  6. Plafond voor overdrachten
  7. Plafond- en wandverlichtingsarmaturen
  8. op een plafond:
  9. Plafond voor het eenmalige aansluittarief
  10. Plafond regionale steun in betrokken regio
  11. Plafond eigen middelen als percentage BNI
  12. Plafond voor overdrachten van middelen ter ondersteuning van de cohesie
  13. CPA 27.40.25: Luchters en andere elektrische plafond- en wandlampen
  14. Bedrag van de maximaal toegestane regionale steun volgens plafond B
  15. Toepassing van het plafond van 10 % van de omzet